Debuteren

Het cliché wil: debuteer zo vroeg mogelijk. En debuteer met een klap. We hebben allemaal een ego, en dus is de drang groot om zo vroeg mogelijk zoveel mogelijk aandacht op te eisen. De legendarische debutant schrijft op driejarige leeftijd een roman, liefst een boek waarin de Koning het doet met een geit. Ik bedoel maar: debuten moeten opvallen of met veel bombarie de vadermoord plegen op schrijvers van de vorige generatie. Het gevolg is dat debuten vaak boeken zijn die beter nog enkele jaren hadden gerijpt in des schrijvers brein.

Naar mijn gevoel maakt het allemaal niet uit. Een boek is goed of het is slecht. Mij laat het koud wanneer een schrijver debuteerde of wie hij is. Een oersaaie, onwelriekende boekhouder kan een briljant boek schrijven. Een hippe trendy wereldberoemde popster kan een oersaai boek schrijven – het zou niet de eerste keer zijn.

Ik lees nu een column over debuteren voor op de radio. Ook dat is een soort debuut. Maar ik heb nog niet gedebuteerd. Ik verzet me al jaren tegen de neiging om te vlug op de proppen te komen met een te oppervlakkig boekje. Ik wil boeken schrijven die ontroeren. Boeken die de lezer het gevoel geven dat zijn leven na lezing is veranderd of dat er toch iéts is veranderd aan hoe hij of zij naar de wereld keek. Wat voor mij telt is kwaliteit en dat vergt tijd en maturiteit.

Ik heb dus nog niet gedebuteerd. Ik heb slechts enkele verzamelbundels gepubliceerd met reportages: ‘Belgen op Zondag’ en ‘Van Onze Man in de Schaamstreek’. Dat zijn de ‘Onze Man’ verhalen, sfeervolle verslaggeving, mijn specifieke variant op participating journalism, deelnemen in plaats van afstandelijk beschrijven. Maar dat is geen echte seks, slechts een voorspel.

Over mijn debuut wil ik dus niet verder zeuren, men hoort het wel als het zover is. En tot het zover is, moet een schrijver zwijgen en in stilte voortwerken. Daar was ik druk mee bezig, tot Studio Brussel me aanmaande om een column te schrijven over debuteren. Maar daar begin ik niet aan.

(Serge Simonart debuteerde pas in 2014 met ‘Een medaille van vlees en bloed’)


Terug naar: Interviews met Serge Simonart