Verlangen
Een roman van Serge Simonart
(Interview met de auteur)
Waarom heb je, van alle mogelijke aspecten van de liefde, het verlangen belicht?
Omdat al die andere aspecten in de literatuur overbelicht zijn, en het verlangen onderbelicht. Alles begint en eindigt met verlangen, maar toch focussen schrijvers die snel willen scoren zich vaak op de meer spectaculaire, opzichtige aspecten van relaties: wilde seks, bittere echtscheidingen, overspel… noem maar op. Ik wilde daarentegen een poëtisch, subtiel boek schrijven over de innerlijke storm die het verlangen is. Want iederéén heeft het toch al eens meegemaakt dat je werkelijk totààl ondersteboven bent van tomeloos verlangen? Dat in jou de obsessie met één vrouw of man broeit, met uitsluiting van alle andere? Dat het verlangen je zelfs uit evenwicht brengt, en dat de onzekerheid over of jouw verlangen al dan niet beantwoord zal worden je inwendig opvreet?
Dat gegeven is bij uitstek geschikt voor een mooie roman, omdat het brandende verlangen onzichtbaar is. Niemand zal aan de buitenwereld openbaren hoe hij of zij innerlijk wordt aangevreten door het verlangen naar een onbereikbare geliefde. Mijn roman is dus een boek over intense gevoelens en motieven die ons leven beheersen maar die bijna altijd onuitgesproken blijven.
Wat is de dramatische kracht van ‘verlangen’?
Verlangen is een overrompelende afwezigheid die heel aanwezig is. In alle mogelijke vormen, bewust en onbewust, beheerst verlangen ons leven. Neem de puberteit: da’s een orgie van verlangen, hunkeren, wachten tot het begint. Verlangen is een parasiet, verlangen overwoekert ons hele bestaan, het vreet alles aan en erodeert onze vrije wil. Probeer maar eens rationeel te beslissen ‘Ik negeer mijn gevoelens voor deze vrouw’ en kijk wie er wint. Het gevoel, natuurlijk. Het verlangen is in die zin een soort perpetuum mobile: het raast maar door, ook als je het niet voedt. ’t Is een mooie maar allesverzengende vorm van zinsverbijstering. Het is lente als je verliefd bent, maar ’t is pas zomer als het verlangen en de liefde wederzijds blijken. Verlangen kan een voorspel zijn van een relatie die er nooit komt. In vredestijd is gefrustreerd verlangen, afgewezen worden, de onbeantwoorde liefde, zowat het ergste wat de gezonde mens kan overkomen. Iets dat niét gebeurde kan dus een leven meer beheersen dan wat wel gebeurde. Dan ontpoppen de vlinders in de buik zich tot motten met weerhaken.
Verleiden is een handeling, je beslist of je verleidt. Is verlangen ook iets waar we bewust voor kiezen?
Neen. We hebben geen enkele controle over ons verlangen. Anno 2016 leven we in een democratie, het homohuwelijk is legaal, vluchtelingen worden opgevangen, analfabetisme is uitgeroeid, bijna alle ziekten zijn beheersbaar, viagra is beschikbaar… En ga zo maar door. Sinds de middeleeuwen is er in onze contreien op tal van vlakken vooruitgang geboekt. Maar er zijn nog steeds geen geneesmiddellen of wetten die ons kunnen beschermen tegen de onverschilligheid of desinteresse van een aanbedene. Tomeloos onvervuld verlangen of smachten naar een onbeantwoorde liefde maakt ons nog even dol als in pakweg 1302 of 1897. Het cliché ‘jij vervolledigt mij’, de theorie van Aristophanes die zei dat de mens ooit een bol was met vier armen en vier benen, die door Zeus in twee werd gehakt, zodat sindsdien elk mens dolend op zoek is naar z’n wederhelft… Dat doen we nog steeds. Wat dat betreft is de mensheid geen bal opgeschoten.
Waarom speelt ‘Verlangen’ zich af in een revalidatiecentrum?
Omdat verlangen sowieso een vorm van overgave is, een soort vrijwillige weerloosheid. Naar iemand verlangen is de macht uit handen geven, je vrijheid beperken. En in die omstandigheden wordt de belangrijkste factor van liefde even uitgeschakeld: de vrije wil. Mijn hoofdpersonages spoelen aan op die plek, ze worden samengeworpen door het noodlot. Verlangen wordt ook sterker en laait hoger op naarmate de omstandigheden penibeler worden en de liefde meer onbeantwoord lijkt. Liefde en ziekte zijn verwant, hoor. Wist je dat er zelfs een specifiek soort hartkwaal is die direct wordt gelinkt aan liefdesverdriet? Een ‘gebroken hart’ is geen holle uitdrukking, ze stoelt op een fysieke werkelijkheid.
Die onverwachte tegenvaller – een hersenbloeding op relatief jonge leeftijd – reduceert de fysieke opties van de geliefden tot voelen, denken en met de ogen knipperen. Zelfs glimlachen is een strijd. Nooit eerder gaapte er zo’n grote kloof tussen woord en daad, tussen gevoelens en de uiting ervan. Maar die beperking van de fysieke opties zet hun passionele, mooie innerlijke beleving sterker in de verf. En daarbij maakte die precaire situatie een overzicht van vorige liefdes en relaties mogelijk, want wie weet is hun huidige verlangen de liefde van de laatste kans. Hun liefde ontvouwt zich tussen de brute pech van het noodlot en serendipiteit, iets moois dat hen onverwacht te beurt valt. En verlangen baart sowieso een tunnelvisie. Iedereen kent het gevoel dat al de rest wegvalt als je écht verliefd bent. Hoe futiel lijken wereldproblemen als je zelf worstelt met een onvervuld verlangen?
‘Verlangen’ is een heel zintuiglijk en intiem boek. Ik wilde met dit verhaal ook blootleggen dat fysiek onvermogen allesbehalve impliceert dat ook het innerlijke leven stopt. Want die vergissing begaan verplegers en hulpverleners te vaak. In revalidatiecentra maar ook in ziekenhuizen en rusthuizen worden mensen die plots zijn gereduceerd tot ‘patiënt’ soms behandeld als gevoelloze randdebielen, alleen maar omdat ze fysiek verlamd zijn. Maar gedachten en gevoelens razen natuurlijk door, zelfs al vegeteer je tijdelijk in een rolstoel of ziekbed. En ‘Verlangen’ speelt zich door die penibele omstandigheden nadrukkelijk af in het intense heden, er is geen tijd voor sleur of littekens op de ziel.
‘Verlangen’ is schaamteloos romantisch. Jij ook?
Ja. Heel wat mensen, en dus ook heel wat schrijvers, schamperen over romantiek. Zij serveren romantiek meteen af als ‘sentiment’, omdat die smalende houding stoer lijkt. Terwijl ‘romantiek’ en ‘sentiment’ naar mijn gevoel twee heel verschillende dingen zijn. Mijn boek is romantisch en gevoelig, maar niet plat sentimenteel. Ik hou zelf niet van provocerende kunst van het grote gebaar, die wil choqueren en vaak ontspoort in vulgariteit of opportunistische stunts. Als schrijver en als mens zal ik altijd kiezen voor subtiliteit, sereniteit, gevoel. Het is trouwens hypocriet om romantiek af te doen als irrelevante sentimentele onzin, want romantiek beheerst ons leven en is het begin van alles: zonder romantiek geen voortplanting en bijgevolg geen voortbestaan van het menselijk ras. Bovendien: elke dag razen tal van gevoelens door ons hoofd die we niet durven uitspreken. De roman is de aangewezen plek om die onuitgesproken maar inwendig kolkende lava van het zielenleven in kaart te brengen.
In die zin is ‘Verlangen’ ook een schaamteloos en nadrukkelijk ouderwets boek. Want dit soort hoofs, puur, nobel verlangen vloekt met de porno van ons tijdvak. Het nobele verlangen van mijn hoofdpersonages hoort meer thuis in de romantische 19e eeuw.
‘Verlangen’ focust dermate op diepe gevoelens dat er amper actie en dialogen aan te pas komen, ook al omdat de geliefden voorlopig immobiel zijn. Wil dat zeggen dat het boek onverfilmbaar is?
Ik zou een dozijn mooie films kunnen noemen waarvan werd beweerd dat het boek ‘onverfilmbaar’ was. ‘Verlangen’ kan een heel romantische, poëtische, aangrijpende film worden met veel flashbacks en een ontroerende, sfeervolle voice-over die de gedachten en gevoelens van het hoofdpersonage veruiterlijkt. In Hollywood werd lang beweerd dat voice-overs een zwaktebod zijn, want niet visueel genoeg. Maar, alweer, ik zou een dozijn briljante films en televisieseries kunnen noemen mét voice-over. Films die het, net zoals mijn roman, moeten hebben van hun traagheid, van de sfeer en het gevoel. Het mooie van een boek is toch net dat het zich niet hoeft te meten met de oppervlakkige jachtigheid van ons op hol geslagen tijdperk?